Interview /
Yrsa Sigurdardottir toont de duistere kanten van IJsland
Beginnen met schrijven doordat de kinderboeken die je zoon onder ogen kreeg te verschrikkelijk voor woorden zijn. Het is het verhaal van de IJslandse thrillerschrijfster Yrsa Sigurðardóttir, die na enkele kinderboeken uiteindelijk haar thuis vond in het thrillergenre. Met haar zoon kwam het gelukkig in een later stadium nog goed. ‘Doordat ik vaak word uitgenodigd voor panels met internationale auteurs, worden de boeken mij toegestuurd. Ik heb echter te weinig tijd om ze te lezen, dus kocht ik mijn zoon vaak om, zodat hij de boeken ging lezen om mij vervolgens te vertellen waar ze over gingen. Sindsdien is hij in zijn tienertijd besmet geraakt met de leesmicrobe.’
Om echt in de schrijfmodus te komen heeft ze een goede kop koffie en een sigaret nodig. Nu is het nog zaak om haar twintigjarige zoon uit haar schrijfkamer te krijgen, zodat ze zich ongestoord kan wijden aan een nieuwe thriller. Onder het genot van een sigaret, die zij gewoon binnen kan roken door het ventilatiesysteem dat zij speciaal liet aanleggen in deze kamer.
In Stuurloos beschrijf je de beklemmende sfeer van zeven mensen die reizen op een luxe jacht, maar in ijzingwekkende omstandigheden terechtkomen. Hoe kwam je op dit onderwerp?
‘Ik schreef Stuurloos in de nasleep van de bankencrisis in IJsland. Onze economie stond volledig op zijn kop en met name jonge mensen verloren hun spaarcenten. Dit gegeven paste goed bij het spookverhaal dat door mijn gedachten zwierf. Vlak voor de crisis uitbrak, leek er in IJsland een groep zeer rijke personen op te staan. Ze hadden allen een luxe jacht in de haven liggen en gingen in het weekend op stap naar Cannes alsof het de meest normale zaak in de wereld was. Toen de crisis hoogtijdagen vierde, was deze groep plots verdwenen. Ik wilde deze twee werelden naast elkaar plaatsen om het effect van luxe te benadrukken.
Daarnaast vind ik het fantastisch om te schrijven over situaties waarin ik mezelf echt niet zou willen bevinden. Ik heb een vakantiebaantje gehad waarbij ik werkte op een veerboot die langs Duitsland en Engeland ging. De avonden brachten we vaak door op het dek in absolute duisternis. Ik herinner me dat ik toen vaak heb gedacht wat de fatale gevolgen zouden zijn als ik overboord zou slaan.’
Stuurloos bevat meerdere huiveringwekkende scènes waardoor de lezer wellicht liever met het licht aan slaapt. Waar leg jij als thrillerschrijfster de nadruk op: de lezer angst aanjagen of hen aan het einde van het verhaal een les meegeven?
‘Zelf ben ik gek op onverklaarbare dingen. De griezelige omstandigheden droegen zeker bij aan de claustrofobische sfeer die op het schip heerst. Maar voor elk boek kies ik een thema, in dit geval hoe mensen verblind kunnen worden door de overdaad aan luxe. Mensen beseffen vaak niet meer dat het leven al compleet kan zijn door de meest simpele dingen: gezond zijn en de liefde van de mensen om je heen.’
Met een thriller die met name op zee afspeelt, komt er ook een nautische dimensie bij het schrijfproces. Hoe heb je je verdiept in deze wereld?
‘Ten eerste heb ik enkele duiklessen genomen, hoewel ik doodsangsten heb uitgestaan voordat ik onder water ging. Ik ben van mening dat ik bepaalde scènes niet had kunnen schrijven voordat ik zelf ervaren had hoe bepaalde zaken eraan toegaan. Helaas was het niet mogelijk om een luxe jacht te bezoeken, omdat deze vanwege de crisis plotsklaps uit de haven verdwenen waren. Dus bracht ik een volledige dag door op een vissersboot om te leren hoe de communicatie via radio gaat, een heel leerzame ervaring.’
Stuurloos is het zesde deel met de advocate Thóra Gudmundsdóttir. Hoelang ben je van plan om nog met haar door te gaan?
‘Om eerlijk te zijn is dit mijn voorlopig laatste boek met haar in de hoofdrol. Ik ben zeker nog niet klaar met haar, want ze verdient nog een fatsoenlijk afscheid. Het klinkt stom, maar ze is een fictief familielid van me. Alleen vind ik het steeds moeilijker om over haar te schrijven. Ik wil er goed de tijd voor nemen om deze serie af te ronden en een nieuwe weg in te slaan.’
Die nieuwe weg ben je eigenlijk al gedeeltelijk ingeslagen. In 2014 bracht je in IJsland DNA uit, het eerste deel in een nieuwe serie met de psychologe Freyja en politieman Huldar. Kun je wat meer vertellen over dit project?
‘Ik schreef tussendoor nog enkele standalone thrillers en besloot mezelf weer toe te leggen op een serie zodat ik de personages meer ruimte kon geven om zich te ontwikkelen. Freyja is een kinderpsychologe werkzaam bij een IJslandse instantie die de zorg voor kinderen draagt nadat zij in aanraking zijn gekomen met een traumatische ervaring, bijvoorbeeld kindermisbruik. Zij is de aangewezen persoon om kinderen te verhoren over hetgeen wat ze meegemaakt hebben, zonder dat de kinderen akelige ervaringen met politie of justitie opdoen. Huldar is het prototype politieman: single en heeft regelmatig one night stands. Freyja en Huldar zijn elkaar in het uitgaansleven tegengekomen, maar toen loog hij tegen haar. Als ze elkaar opnieuw ontmoetten beginnen ze hun samenwerking met enige frictie.
Aan de naam Freyja zit nog een verhaal vast. Toen ik mijn allereerste boek met Thora (Gudmunsdóttir, red.) af had, had ik haar in eerste instantie Freyja genoemd. Totdat de drukker mijn uitgever belde. Op exact hetzelfde moment was er nog een thrillerschrijver die zijn vrouwelijke hoofdpersonage deze naam had gegeven. Later bleek dat hij nooit verder is gegaan met schrijven, maar op dat moment voelde het alsof hij mijn naam had gestolen.’
Overdag ben je waterbouwkundig ingenieur, ’s avonds thrillerschrijver. Zie je jezelf nog een keer volledig toeleggen op het schrijven?
‘Nee, dat denk ik niet. Ik heb het geluk dat ik veel plezier heb in mijn werk en dat geeft veel terug. Het is ontzettend bevredigend om een deadline te halen, en als ik dat maar één keer per jaar kan bereiken, is dat te weinig voor mij. Ik heb deadlines nodig om te presteren, anders blijf ik de dingen voor me uitschuiven. Ook begeef ik me graag onder de mensen en dan is het leven als schrijver echt te eenzaam voor mij.
Mijn werk is ook een dankbare inspiratiebron. Zo heb ik mijn thriller De donkere dag gebaseerd op een project dat ik gedurende vier jaar heb uitgevoerd in de hooglanden van IJsland. Doordeweeks woonde ik samen met mijn collega’s in een kamp, waar we als een soort familie samenleefden. Samen sta je tanden te poetsen en eet je maaltijden. Al jouw zwakke punten zijn zichtbaar voor de mensen om je heen. Het vormde een perfecte basis voor deze thriller, die ik voor de zekerheid in Groenland heb geplaatst om misverstanden te voorkomen.’
De Scandinavische thriller is tegenwoordig niet meer weg te denken uit de boekwinkel. Jouw thrillers hebben als vaste standplaats IJsland, tegelijkertijd jouw thuisland. Wat maakt IJsland zo aantrekkelijk in vergelijking met andere Scandinavische landen?
‘IJsland is echt mijn thuis, dus de keuze was al snel gemaakt. Ik ben van mening dat IJsland het kalmste land ter wereld is. Het lage misdaadcijfer in onze samenleving zal dit bevestigen. Daarnaast is de criminaliteit in IJsland nogal amateuristisch. De politie wordt vaak ingeschakeld bij uit de hand gelopen dronkemansruzies, maar veel verder gaat het niet. Zo hadden we enige tijd geleden de knulligste fraudezaak uit de geschiedenis: de afpersers gaven het slachtoffer nog een bewijs van betaling. Dit zegt voldoende, toch?
Als thrillerschrijver vind ik het dan juist interessant om te schrijven over de gewone mens die zich in het criminele circuit begeeft. Ik vraag me dan af wat mij zover zou krijgen om over te gaan tot moord. Daarom houd ik mijn verhalen zo realistisch omdat het iedereen zou kunnen overkomen.’
IJsland mag er dan zo kalm en sereen uitzien voor de ‘outsider’, maar na het lezen van jouw boeken krijg ik toch zo mijn bedenkingen. Kijk je zelf met andere ogen naar jouw omgeving met in je achterhoofd de vraag of je hier gemakkelijk een lijk zou kunnen dumpen?
‘(lacht) Zo zou je het wel kunnen zeggen. Sinds ik thrillers schrijf, ben ik met heel andere ogen naar mijn omgeving gaan kijken. In IJsland hebben we bijvoorbeeld geen wapenwet, alleen jagers hebben toestemming om een geweer te hebben. Automatische wapens en handwapens horen daarmee ook niet in de handen van een gewone burger. Als er hier een moord plaatsvindt, gebeurt het met een mes. Maar na een aantal thrillers was ik het zelf behoorlijk zat om mijn slachtoffers door messteken om het leven te laten komen.
Ik maak er tegenwoordig een sport van om mensen op een originele manier fictief om het leven te brengen. Zo heb ik in het eerste deel van mijn nieuwe serie een methode die heel geschikt zou zijn voor mensen die obsessief zijn op het gebied van properheid. Er komt geen bloed bij kijken of andere gore zaken, maar het is een verschrikkelijke manier om op deze wijze te sterven. Wellicht dat het bij moordenaars populair wordt als ze mijn boek gelezen hebben. Maar het laatste wat ik wil is dat moorden ‘cool’ lijkt in mijn boeken. Je hebt nu de generatie die is opgegroeid met CSI en andere flitsende programma’s waarin moorden in een ogenblik worden opgelost en de rechercheurs rondlopen alsof ze topmodellen zijn. Moord is allesbehalve glamorous.’
Stuurloos is verschenen bij Uitgeverij The House of Books.